“Ajax speelt, met alle respect voor de trutten van Nederland, wel een beetje truttig.”
Eén van de juweeltjes van Andy Houtkamp in zijn verslag van de wedstrijd Ajax-PSV.
“Ajax speelt, met alle respect voor de trutten van Nederland, wel een beetje truttig.”
Eén van de juweeltjes van Andy Houtkamp in zijn verslag van de wedstrijd Ajax-PSV.
Andy Houtkamp doet op zijn heerlijke, enthousiaste manier verslag van VVV-Roda JC.
Opgewekt ook over dat hij in het enige stadion zit waar de pers in de buitenlucht en in dit geval in de regen zit.
Dan, net voor vijf uur.
Er is iets gebeurd.
“Een ééncellige” vertelt mijn favoriete sportverslaggever, heeft een grote vuurwerkbom in het vak van de tegenstanders gegooid.
Het (Roda)vak waar het vuurwerk vandaan kwam is nu ontruimd.
“Een idioot” noemt Andy Houtkamp de vuurwerkgooier.
En: “een debiel”.
Hij vraagt zich af waarom niemand de man heeft tegengehouden.
De stemming is er nu helemaal uit, stelt hij vast.
En klinkt bedrukt.
Alsof de stemming ook uit hem is gelopen als met een ventiel.
“Niet om aan te zien” verslaat Andy Houtkamp dan ook om vijf over vijf.
Nul-nul.
En zelfs over ‘saai’ kan de verslaggever niet meer opwinden.
Maar gelukkig “ja! de goal! helemaal uit het niets!”
Vijf minuten na ‘niet om aan te zien’.
Goal van VVV.
Ik heb niet zoveel met sport en naar Langs de Lijn luister ik maar heel af en toe maar vaak doe ik dat wel op vrijdagavond omdat dan Menno Reemeijer presenteert.
Leuk, vlot, gezellig.
Prettige stem, schept prettige sfeer.
Weet óók waar hij het over heeft (voor zover ik dat als niet-sportfan kan beoordelen).
Vlotte interviewer, niet bang, niet té brutaal.
Komt ook door die fijne sfeer. Die maakt het mogelijk door te vragen en nog antwoorden te krijgen ook.
Nu beslist de NOS in al zijn stupiditeit dat vanavond de laatste presentatiebeurt voor Menno Reemeijer is.
Veertien jaar presenteert hij op vrijdagavond Langs de Lijn.
Nu beslist een Power that Is dat Menno Reemeijer *niet* meer mag presenteren.
De reden? “Men wil minder stemmen op de zender” vertelt Menno op twitter.
Dat zóu een reden kunnen zijn als je elke dag elke week nieuwe mensen als presentator had.
Ik kan me voorstellen dat dat verwarrend zou werken en zelfs irritant zou kunnen zijn.
Maar Menno Reemeijer is er al veertien jaar op een vaste avond.
En als er dan toch geminderd moet worden zou ik wel andere presentatoren weten die kunnen worden gedumpt.
Leuk voor deze presentator is dat twitter de hele dag al buzt met ‘hoe is het mogelijk’ en ‘wat erg’.
Waar Menno Reemeijer mogelijk iets voor koopt kwa hart onder de riem en troost.
Maar ik als luisteraar koop er helemaal *niets* voor.
“Gaat het weer een beetje” vraagt Lara Rense aan Gio Lippens die we gisteren door de transistor heen vuur zagen spugen.
Om de gevaarlijke weggetjes waarop renners wel onderuit móesten gaan.
Hij wou niet vloeken, zei hij, zoals, Sebastiaan Timmerman op de motor wél had gedaan. Maar het weggetje van de grote valpartij omschreef hij toch maar als ‘beginnend met een K en eindigend op een T’.
Wanneer de auto Johnny Hoogerland het prikkeldraad in maait en Voeckler alleen maar hárder doorrijdt, explodeert Gio Lippens.
Franse complotten?! De verslaggever zégt het niet maar hij komt er dichtbij.
Heel fijn om te horen, die boze opwinding, wanneer je je zelf net wezenloos bent geschrokken. Dan wil je (ik) niet horen dat zoiets nu eenmaal kan gebeuren en dat ongelukken in kleine hoekjes zitten.
Maar “de dag erna zie je het weer anders”, vertelt Lippens.
Eerst was er inderdaad de *woede*. Toen hoorde hij Johnny zelf reageren: “Hij zal het niet expres hebben gedaan.” Terwijl pa Hoogerland ook al kalm reageerde. Daarom: “Even ademhalen en dan komt het allemaal weer goed.”
Dus even zakelijk praten over de auto’s en wie erin zitten en of dat moet.
En dat “zelfs de renners die niet gevallen zijn, toe zijn aan een rustdag.”
Het gaat denk ik inderdaad weer een beetje met Gio Lippens.
Nu Johnny Hoogerland nog.
[Lees ook de column van Gio Lippens over zijn woede en hoe hij erop terugkijkt]
door Jeanne 3 Reacties
Een anecdote uit de Tour. In Radio Tour de France.
Door ex-profwielrenner Peter Winnen verteld aan Jeroen Wielaert.
Dat ze na een etappe achter het hotel een pony zagen staan.
Ze gingen wedden wie er het langst op kon zitten.
Dat deugt al niet want een volwassen vent hoort niet op een pony.
Maar dan. De soigneurs ‘prepareerden’ het dier door het vol te stoppen met pepmiddelen.
Zodat de pony wild werd.
Dús stopten de renners er slaapmiddelen in.
Maar toen werd de pony helemaal gék en durfde niemand er meer op.
De volgende dag fietste het tuig verder.
Winnen: “De dierenzorg was voor de hotelbaas.”
Alles verteld met een blije lach. Want: “Zulke dingetjes maken het afladen na een etappe wel leuk en te pruimen.”
Klootzak.