Roffel op het drumspel en Joris van de Kerkhof die vertelt: repetitiezaal in het Hilton, (drummer) John Engels ontmoet de mensen met wie hij vanavond gaat spelen.
Op het North Sea Jazz Festival.
Engels: “Vraag maar. Of zullen we ergens gaan zitten in een stoel?”
Nee, zegt de verslaggever, “dit is wel goed” en na te hebben vastgesteld dat Engels “meer een speler dan een prater” is vraagt hij hem te drummen en dan praten ze wel tussendoor.
Engels: “Vraag maar wat, iets zinnigs of zo.”
Ruud wordt erbij geroepen.
Om ‘Goodbye’ te spelen “voor Paul Acket” en de bas zet brommend in.
JvdK: “Paul Acket, dat is voor u nog steeds de man van het festival?”
Jazeker en erna beschrijft de verslaggever hoe tijdens het spelen de mannen elkaar aankeken “en dan gaat er iets glimmen in die ogen”.
Hij heeft het goed gezien: “Het gaat erom dat je één ziel wordt” legt Engels uit.
Dan het echte concert en “o, ben je er weer!” roept de drummer en “u bent er ook weer” reageert Joris van de Kerkhof en Engels: “Waar is Lew?”
JvdK tegen die Lew (Tabackin): “You played well?” wat Engels doet uitroepen: “Wat is dat nou voor een vraag, joh!” terwijl Lew vriendelijk zegt dat het “always a pleasure to play with John” is.
Vijftien jaar geleden speelden ze voor het laatst met elkaar maar het voelt als gisteren.
Lew is 75, horen we.
John is 80.
Hij heeft genoten en omschrijft dat zo: “Je duikt het diepe in en je zoekt elkaar op. Dat is het geheim van muziek maken.
Dat je op dezelfde golflengte komt.
En soms kom je in die heel andere dimensie terecht en dan ben je bevrijd en helaas word je weer terug geschopt naar deze planeet.”
Hoe ‘terug’ hij is wordt duidelijk uit de plotse overgang naar: “Ik moet het drumstel inpakken, sorry hoor, ik moet het drumstel inpakken” en je ziet voor je hoe de man zijn aandacht en zijn ogen afwendt en wegloopt uit de reportage.
Mooie radio zoals alleen Joris van de Kerkhof die kan maken.