Joris van de Kerkhof is nog steeds in Gaza.
Aangezien een begrafenis daar drie dagen duurt gaat hij vandaag (netjes) opnieuw mee treuren om de 50-jarige man wiens hoofd is afgerukt.
De broer van de man voert het woord: de dode is een held, het staakt het vuren is een overwinning en hij hoopt dat zijn volk krijgt waar het recht op heeft, vrije toegang tot zee, lucht en land.
Rokerig zaaltje met militairen.
Er is pas vrede als de Palestijnen al hun land terug krijgen, zeggen ze.
Nu naar de stad.
Militaire tak van Fatah. Militair kostuum, Arafat-sjalen, “alleen hun ogen zijn te zien”.
Daarna valt hij van triomf in propaganda in strijdlust en ook in: Fatah en Hamas en de Islamitische Jihad moeten meer samenwerken.
Dan het grote feest waarvoor hij vanochtend de aankondiging al hoorde.
Joris van de Kerkhof verzuipt bijna in de herrie.
“Hier wordt de overwinning op Israël gevierd.”
Een half uur later – nu live – staat de verslaggever aam de grens met Israël. In Israël ziet hij “lichtjes” en hier minder. Hij legt verband met de oorlog van 2009 en doet genuanceerd over de Palestijnse overwinningsroes en de onduidelijkheid over het ‘maar hoe nu verder’.
Wat me vooral bij blijft: er is onweer. Lichtflitsen.
Joris van de Kerkhof schrikt ervan. Kan het nog niet scheiden van de andere flitsen van de afgelopen dagen.
“Je hoort het niet, hè?” zegt hij tegen de studio.
“Maar ik zie het wel.”
Ik denk dat de NOS Joris van de Kerkhof nu terughaalt.
Omdat het spectakel achter de rug is en hoe lang kun je treuren bij doden en vertellen over puin en dappere mensen die het leven weer oppakken en boze mensen die vendetta zweren.
Ik ben vooral blij dat ze hem zónden.