Met “de kogels vliegen je om de oren” zegt Henny Radstaak niets te veel.
In het begin van zijn reportage over ‘natuur en Defensie’ kunnen de verslaggever en defensiebioloog Rense Haveman elkaar amper verstaan.
Knal! Knal! En nog een knal net wanneer je denkt dat het eindelijk stil wordt.
Defensie heeft onderzocht dat de manier waarop soldaten met de natuur omgaan (schieten en er doorheen crossen – mits dat laatste met mate) goed is voor sommige planten en dieren.
De bioloog legt uit dat als af en toe een jeep door de hei gaat er open plekjes ontstaan die planten nodig hebben die anders door de hei worden verstikt.
En: er kan niet geplagd worden omdat er zoveel munitie ligt. “Anders raak je snel door je chauffeurs van plagmachines heen.”
Dús branden ze stukken af. Waardoor terrein ontstaat waar – en daarvoor zijn we hier – het rijstkorrelmos kan floreren.
Het rijstkorrelmos is geen echt mos (geen groen plantje) maar een korstmos: symbiose van schimmel en alg. Kwam veel voor in de jaren zeventig, sterk achteruit gegaan door het dichtgroeien en dat plaggen.
Henny Radstaak buigt zich met Rense Haveman over de vondst.
Klein ding. Witte puntjes. Kan zich verspreiden door stukjes af te (laten) breken die zich weer vestigen. Maar niet verder dan een paar meter.
Plaggen is dus desastreus.
Leuk! Maar hoe heeft de defensiebioloog dit kleine organisme eigenlijk ontdekt?
Hij “moest nodig” en ging in een hoekje staan plassen. En toen viel zijn oog op het rijstkorrelmos.
Mooi verhaal, leuke reportage.
foto: Henny Radstaak