Is-ie *opgewonden* wil Lucella Carasso weten van sterrendeskundige Govert Schilling.
“Ja, eigenlijk toch wel” luidt het antwoord. Het gaat over de ontdekking van een nieuw planetenstelsel met zeven planeten die om een zonachtige ster draaien.
Het stelsel lijkt op het ónze. Geen “langgerekte, scheve banen” zoals we ook wel zien (nou ‘we’- de deskundigen dan) maar: “mooie cirkelbanen”. Een van de planeten lijkt op de aarde kwa afmetingen. Hij zit te dicht bij de moederster om echt op ons te lijken. Maar de ontdekking van dit “middelzware stelsel” doet vermoeden dat er meer stelsels zoals *wij* zijn dan we dachten.
”Met leven, met mensen” hoopt Lucella Carasso. Léven misschien wel, maar “mensachtige wezens”? Die stap is te ver (knap hoe Govert Schilling hier in een halve minuut uitlegt wat hij zaterdag bij de TROS in tien minuten mocht vertellen).
Hoe is het ontdekt, “goed kijken?” veronderstelt de presentator en ik geniet altijd van deze gesprekken juist omdat de vragensteller net zo suf is als ik: we wanen ons achter een grote verrekijker en hé, wat zien we nóu! Waarna we gaan turen of we kleine groene mannetjes gewaar kunnen worden.
Govert Schilling legt bekwaam uit dat je verre sterren en planeten niet kunt zien maar dat je het moet doen met weerkaatsingen. “Een piepklein beetje” weerkaatsing zelfs maar. En dan “wiebelen” waaruit weer kan worden afgeleid dát er iets is, hoe het beweegt, hoe zwaar het is, wat de omlooptijd is en wat al niet. Door te *berekenen*.
Wie het deden? Een Europees team van astronomen met een grote telescoop in Noord-Chili. Govert Schilling: “Prima opsteker voor de Europese astronomie.”
Moge ze hem nooit wegkopen zodat wij hem kunnen houden als onze duider.
Geef een reactie