Joris van de Kerkhof wacht op “een man met een hondje” om te vertellen hoe het gaat met een nieuw kabinet. De man laat het om tien voor zeven afweten want, vermoedt de Filiaalhouder: “het hondje is nog niet wakker” en dat “op deze bijzondere dag waarop het in het hele land donker is maar straks het licht gaat schijnen op het eerste kabinet-Rutte”.
Een half uur later is de man, Menno de Bruyne, er wél (met of zonder hondje, dat blijft onduidelijk) en legt hij uit wie op het bordes wáár mag staan en dat er vaak “een dame” naar voren wordt gehaald “omdat het plaatje dan wat kleuriger overkomt”. Zal de Koningin een statement maken in haar kledingkeuze? Kán, maar De Bruyne vermoedt van niet (en als het wel zo zou zijn, zou ze “een bruin jurkje” of “een bruin pakje” dragen).
Joris van de Kerkhof wijst door de tralies naar het bordes: “Kijk! Daar komen ze uit de deuren lopen! Fantasie is ook wat, hè?” “Zeker,” zegt De Bruyne op een toon die doet vermoeden dat hij daar heel anders over denkt.
Gerd Leers (JvdK: “Ze komen allemaal boven uit de tunnel van de nacht”) wijst de Filiaalhouder terecht wanneer die hem vraagt of hij niet bang is te worden ingehaald door eigen uitspraken over integratie en over Wilders: “Je zou het niet over de inhoud hebben.”
Leers (“ik ben de statusgevoeligheid allang voorbij”) wil verantwoordelijkheid nemen in een ministersgroep “waarin niet met de ellebogen wordt geduwd”.
In de verte ziet de verslaggever ook nog Wilders voorbij komen: “Met drie auto’s maar hij zat er maar in één.”
Donner ziet hij fietsen, met wapperende regenjas. Een beschrijving die André Rouvoet brengt tot: “Je brengt het wel héél poëtisch met die opbollende jas enzo.”
Waarop Joris van de Kerkhof de nu nog vice-premier dichterlijk uitwuift met: “Een fijne dag en een mooi begin van de rest van uw leven.”
Dat was een heel fijn Filiaal.
Anjo zegt
Het was inderdaad een leuk filiaal, zonder “inhoudelijke vragen” . Joris blijft een plezier voor het oor.