Snelheidsdeken.
Ik ben er zeker van dat ik dat rare woord voor deze maand nooit eerder heb gehoord maar taalhistoricus Ewoud Sanders vertelt dat het woord al in 2004 is gebruikt. Een paar keer. En toen een paar jaar later nog een paar keer. En nu vaak. Zodoende dat we het als nieuw ervaren.
“Ik vind het een lelijk woord,” zegt Lucella Carasso. Sanders vindt het “best mooi – maar niet erg helder”.
Volgt een gesprek over andere winterwoorden. Zoutloket. Spekglad. Koek en zopie. Veel mensen weten niet wat ‘zopie’ is, vertelt Lucella Carasso. Wat me erg oplucht want ik dus ook niet. Chocolademelk, dacht ik. Maar ‘zopie’ komt van ‘zuipen’ en het is “een teugje sterke drank”.
Waterkoud. Koning Winter. Gevoelstemperatuur.
“Vooral zo knap hoe ze dat vaststellen” vindt Lucella Carasso.
Jaja, doet Sanders. Om dat woord hebben we “aanvankelijk erg gelachen”. Net als nu om de snelheidsdeken.
Leuke gesprekjes zijn dit.
Knus. Leerzaam natuurlijk óók. Maar vooral knus.
Geef een reactie