Rechtspsycholoog Peter van Koppen heeft een nieuw boek geschreven, ‘Overtuigend bewijs’.
Over -jawel- rechterlijke dwalingen.
Hij komt met voorbeelden en probeert Mieke van der Weij en Peter de Bie uit te leggen waarom een stukje bewijs als ‘de verdachte woonde daar’ flutbewijs is. Ik begrijp wat hij bedoelt omdat ik weet hoe dat bewijs wérkt maar Mieke van der Weij niet zodat een vrolijke spraakverwarring ontstaat.
Ook leuk: Mieke die er eigenlijk niet aan wil dat rechters *niet* logisch denken en fouten maken.
Er wordt inderdaad al teveel aan onze zekerheden geknaagd en dat rechters af en toe een fóut maken – oke. Maar dat ze eigenlijk geen logische wezens zijn?
Zover durven we niet te gaan. Wat zeg ik? Zover willen we niet gaan.
Maar Peter van Koppen stapelt logisch bewijs op logisch bewijs zodat Mieke van der Weij aan het eind zucht: hoe moet het nou met die rechters, hebben die nog wel een goed gevoel als ze eenmaal een beslissing hebben genomen of zitten ze te twijfelen.
“Ik begrijp het wel,” zegt de (rechts)psycholoog. Die rechters willen rustig slapen. Als ze erover gaan piekeren of ze iemand wel terecht hebben veroordeeld, dan kúnnen ze niet meer rustig slapen. “En dat is niet prettig.”
Reacties van rechters? Heeft Van Koppen nog niet gehad. Ze zullen het boek, vermoedt de presentatrice, niet leuk vinden. “U tikt ze toch een beetje op de vingers.”
Van Koppen: “Valt wel mee hoor, ik heb me heel erg ingehouden.”
He could have fooled me.
Geef een reactie