In Rouveen staat een barak die mogelijk ooit op kamp Conrad stond.
Áls dat zo is (het blijkt discutabel), zou hij kunnen worden verplaatst naar waar dat kamp ooit was.
Kamp Conrad bestond tussen jaren dertig en midden jaren zestig. Eerst woonden er te werk gestelden, toen joden (voor hun deportatie) en tenslotte Molukkers.
Dat is het onderwerp van het Filiaal en het is knap saai tot even voor negen uur.
Dan gebeurt waarop menig radiomaker hoopt: het breken van de stem van je geïnterviewde.
De Molukker Manuputty is met Joris van de Kerkhof de barak binnengegaan en spreekt van “kippenvel”. Tranen in de stem. Wat er is? “Het ontroert me.” Wát ontroert u? “De herinnering.”
De Filiaalhouder geeft de man de kans zich te hernemen door zelf wat tijd te vullen voor zijn volgende vraag die hij bovendien zakelijk maakt: “Hoe lang hebt u er gewoond.”
Dat blijkt láng te zijn: van ‘54 tot ‘65.
Gehoord de tranen denk ik dat het vreselijke herinneringen zijn. Zeker wanneer de man ook nog eens beschrijft hoe ze met zes personen in een kamer van 4×4 woonden en hoe ze opgestapeld lagen in de slaapkamer.
Maar: “Het is heerlijk om dat weer te mogen beleven in de kamer hier.”
Herinneringen aan vissen en schaatsen en turfschepen in het kanaal.
Dat was een mooi maar (te) kort stukje radio.
Geef een reactie