Mannen kunnen nu al 83 worden en vrouwen 88. Abstracte cijfers die nóg afstracter kunnen: wie d’r best doet wordt tzt hónderd. “Wie zou dat willen” zegt Peter de Bie die het zo te horen niet wil. Mensen zát, verzekert hem hoogleraar gezondheidszorg Ivan Wolffers.
En hoogopgeleiden die zichzelf regelmatig naar de sportschool slepen kan dat nog lukken ook, terwijl zich met kroketten volproppende laagopgeleiden op jeugdiger leeftijd het loodje leggen.
Dús ligt daar, vindt Wolffers, een taak voor de overheid. Hij schildert steden die niet geschikt zijn om als kind in te spelen. Hij onthult dat een 11-jarige al 10.000 commercials over eten heeft zien passeren. Hij weet zeker dat kids als een Pavlov-hond reageren op de McDonaldsboog.
Ik geloof ‘m. En ik denk ook dat de goedbedoelde campagnes niet hebben geholpen. Of de overheid een taak heeft ons gezond en oud te maken? Daar ben ik minder zeker van maar misschien denk ik net als Peter de Bie (“is dat niet de allerindividueelste beslissing?” ongezond eten en niet-bewegen dus) te simpel.
Wolffers verwijt de overheid dat die “toeschouwer is geworden” en geen visie heeft en vindt dat de overheid die visie moet ontwikkelen.
Wat voor visie, zou ik hem als Peter de Bie en Mieke van der Weij nu willen vragen. Geef eens een voorzet. Schilder een schets.
Maar de presentatoren laten Wolffers nóg eens pijlen werpen richting visieloze overheid en bedanken hem hartelijk om door te gaan met de kernwapens en de koopgoot. Ook leuk.
Theo zegt
Onder de titel “een broodje verwarring” ook in Volkskrant Magazine een aardig artikel over ons voedsel. Toen wij zelf na de varkensgriep eind jaren negentig voor onze boerderij een nieuwe koers moesten uitzetten, was dat mede in verwachting van een steeds bewuster kiezende consument. Ondertussen hebben we geen boerderij meer. Maar de belangstelling voor ons eten en hoe mensen daarmee omgaan die is er nog steeds. De bal ligt mijns inziens niet bij de politiek maar in de eerste plaats bij de consument zelf. We kiezen niet iedere 4 jaar een politieke partij die voor ons dierenwelzijn en milieu en voedselkwaliteit regelt. Maar we bepalen wel elke dag welk voedsel er op ons eigen bord komt.
Wat ik eet heb ik zelf gekozen en ik geef met mijn aankopen een signaal af aan de producenten van deze voedingsmiddelen. Ik ben dus erg blij dat het voedingscentrum tegenwoordig steeds vaker juist ook die bewuste eigen keuze onder de aandacht brengt.