“Gaat het weer een beetje” vraagt Lara Rense aan Gio Lippens die we gisteren door de transistor heen vuur zagen spugen.
Om de gevaarlijke weggetjes waarop renners wel onderuit móesten gaan.
Hij wou niet vloeken, zei hij, zoals, Sebastiaan Timmerman op de motor wél had gedaan. Maar het weggetje van de grote valpartij omschreef hij toch maar als ‘beginnend met een K en eindigend op een T’.
Wanneer de auto Johnny Hoogerland het prikkeldraad in maait en Voeckler alleen maar hárder doorrijdt, explodeert Gio Lippens.
Franse complotten?! De verslaggever zégt het niet maar hij komt er dichtbij.
Heel fijn om te horen, die boze opwinding, wanneer je je zelf net wezenloos bent geschrokken. Dan wil je (ik) niet horen dat zoiets nu eenmaal kan gebeuren en dat ongelukken in kleine hoekjes zitten.
Maar “de dag erna zie je het weer anders”, vertelt Lippens.
Eerst was er inderdaad de *woede*. Toen hoorde hij Johnny zelf reageren: “Hij zal het niet expres hebben gedaan.” Terwijl pa Hoogerland ook al kalm reageerde. Daarom: “Even ademhalen en dan komt het allemaal weer goed.”
Dus even zakelijk praten over de auto’s en wie erin zitten en of dat moet.
En dat “zelfs de renners die niet gevallen zijn, toe zijn aan een rustdag.”
Het gaat denk ik inderdaad weer een beetje met Gio Lippens.
Nu Johnny Hoogerland nog.
[Lees ook de column van Gio Lippens over zijn woede en hoe hij erop terugkijkt]
Geef een reactie