“Heb je al iets gezien?” vraagt Lucella Carasso.
We horen ‘m té weinig op Radio 1, Govert Schilling.
Maar vanavond mag hij vertellen over de zonnestorm die op de aarde afkomt. Gezien heeft de wetenschapsjournalist nog niets, maar hij is er al wél.
Tussen vier en tien over vier signaleerden instrumenten verstoringen in het magnetisch veld van de aarde.
“Wij hadden verbindingsproblemen met Joris van de Kerkhof” associeert Lucella – had dat ermee te maken? Nee, reageert Schilling nuchter. Dat lijkt ‘m meer een krakkemikkige provider.
Vertel dan maar wat er is gebeurd.
Gisterochtend vijf uur “een prachtige heldere uitbarsting van energie” waarbij “een geweldige hoeveelheid zonnegas de ruimte in ging” en dat “met honderden km per seconde richting aarde”. Dat is snel maar “het is nog wel 150 miljoen km vliegen”.
Wie nu nog niet is betoverd verdient de vertalenverteller Govert Schilling niet.
Misschien om te voorkomen dat het ons teveel wordt kiest Tim Overdiek voor een praktische invalshoek: krijgt André Kuipers er last van? Nee.
GS: “Maar ik hoop dat hij tijd heeft om te genieten om het Poollicht te bekijken van boven.”
LC: “Gebeurt het vaak?”
“Een plofje hier, een uitbarstinkje daar” – ja, dat gebeurt vaak, beaamt de poëet Schilling. Maar de grote uitbarsting zoals nu – 1x per jaar. Al kán het “een opstapje zijn naar méér”.
Dat, belooft Lucella Carasso, “gaan we samen in de gaten houden”.
Ze wil neerleggen maar wácht, wácht! doet Govert Schilling.
Het Poollicht! Daar moeten we vanavond écht naar kijken. Op een donkere plek. Kijken naar het noorden.
Wanneer? (TO)
“Vanaf dat het donker is.”
“Gaan we doen,” belooft de presentator.
Altijd weer een lichtje in de donkere werkelijkheid: Govert Schilling over wat zich afspeelt achter en boven de horizon.
Anjo zegt
Govert is altijd een lichtje in de duisternis. Ik heb niets met al die planeten en sterren, maar als iemand met passie en in begrijpelijk Nederlands daarover verteld, dan luister ik.