Een Chinees heeft een kwart miljoen neergeteld voor een Nederlandse postduif(vrouw).
Wát, vraagt Lara Rense aan George de Jong van de Nederlandse postduivenorganisatie, maakt een duif een kwart miljoen waard.
De Jong: “Dat is wat iemand ervoor wil betalen.”
Marcel Oosten: “Zou u..?” Nee.
De duif (de Chinees moet nog kiezen tussen Dolce Vita en Special Blue – allebei van dezelfde Nederlandse eigenaar) zal alleen nog worden gebruikt “voor de fok”. Vliegen zal ze niet meer want dan zou ze proberen terug te vliegen naar het hokje in Nederland waar ze is geboren.
MO: “Is de duivensport in opkomst in China?”
De Jong: er wordt op gegokt.
LR: “Wordt er veel aan duiven verdiend?”
De Jong: “Er zijn in het verleden ook wel duiven voor grote bedragen verkocht, maar ik vind persoonlijk elk bedrag boven de paar honderd al veel.”
“Het klinkt” valt Marcel Oosten op, “alsof u er niks mee te maken wil hebben.”
De Jong: “Ik héb er niks mee te maken!”
Zijn organisatie organiseert “randvoorwaarden voor de sport”, dat is alles.
Ja, Nederlandse en Belgische postduiven zijn de beste van de wereld.
Dus: “Als duiven een geweldige prestatie leveren staat er al snel een Chinees op de stoep.”
Waarna ze tegen Grof Geld in een doosje wordt gedaan naar China en nóóit meer mag postduifvliegen (aangenomen dat ze dat leuk vindt) en verwordt tot broedmachien.
De knorrige De Jong heeft me in een paar minuten geheel aan zijn kant gekregen.
Het angstvisioen van de Chinees op de stoep deed het ‘m.
Geef een reactie