Soms tref je het als verslaggever. Maak je een afspraak om te bekijken hoe het natuurgebied in Schoorl erbij ligt na de brand van vorig jaar, is er de dag ervoor opnieuw een grote brand.
Henny Radstaak knipt zijn aandacht en reportage in tweeën. Eerst wandelt hij met boswachter Frans Erinkveld door het gebied van vorig jaar. “Asgrauw” is het er. “Zwart.” Al ziet Henny Radstaak 1 Jacobskruiskruid. “Een klein beetje leven.”
Nu gaat de pieper van de boswachter af: de brand in het gebied dat de dag ervoor fikte is weer opgelaaid. “Het smeult om onze voeten” stelt de verslaggever vast lopend door het Groot Ganzenveld. “Gisteren was het een sprookjesbos, nu is het een spookbos” omschrijft de boswachter.
Een hoge mierenhoop die diep in de aarde smeult krijgt een plens water (sissss doet de grond). Een aantal grote rode bosmieren loopt nog rond. Erinkveld: “Ze zijn taai.”
Maar de nachtzwaluw die hier altijd broedde? “Ik hoop dat hij een beetje ruimdenkend is” zegt de boswachter en dat klinkt nog wel grappig. Dan wordt de emotie hem teveel (HS: “de tranen schieten echt in je ogen”). “De dieren die je kwijtraakt. De prachtige hei waar de bijen in zoemden en waar de vlinders op afkwamen.”
De tranen zijn weggeslikt. Dan: “Alweer een stuk natuur verloren.”
Mooie reportage. Slim aan mekaar gekoppeld via de pieper.
Geef een reactie