Een meisje wil een paard, een slak wint een hardloopwedstrijd, een moeder is de tekening van haar kind spuugzat, een verslaggever van het bezoek van de koningin krijgt op zijn kop, een jongen vertelt zijn ouders dat hij homo is, een kabouter wordt vermist, een kind troost oma na de dood van opa door haar te schrijven en die oma schrijft terug, en nog veel meer.
Daarover gaat het met de Woutertje Pieterseprijs bekroonde ‘Driedelig paard’ van Ted van Lieshout.
Het boek waarin ook nog het perensonnet, het wasknijpersonnet, het lepeltjessonnet, het champignonsonnet staan en je leert rijmen met meloen en framboos is volgens Bregje Boonstra (ooit in de WP-jury maar nu niet): “prachtig gemaakt”.
Verder vindt ze het “een oorspronkelijk idee” om “met plaatjes te dichten”. En ook nog: “brieven schrijven”.
Rood-bruin-grijs zijn de kleuren.
De schrijver klinkt blij. Ook al had hij graag eerder gewonnen. Maar dit jaar is de 25e keer dat de prijs wordt uitgereikt en straks gaan ze met alle winnaars eten en dat is toch ook wel “extra feestelijk”.
Joris van de Kerkhof was erbij en maakt een vrolijke reportage met op de achtergrond vrolijk feestgedruis.
Leuk hoor, denk ik, maar waar gáát dat boek nou over?
Want aan deze samenvatting knoop ik geen touw vast.
Recensie erbij gepakt. Van Biblion.
Dit keer verhouden ze (=de beeldsonnetten) zich inhoudelijk tot blokgedichten (brieven zonder aanhef of afzender in de vorm van een paginavullend blok tekst). De synthese van deze poetische vormen zorgt voor een enerverende leeservaring.
Juist, ja.
Geef een reactie