Peter Ingelse, vice-president van het Amsterdamse gerechtshof, is er “voorzichtig voorstander” van dat rechters in uitspraken afwijkende meningen openbaar maken. Het zal niet, verwacht hij, leiden tot gezagsondermijning, zoals Lara Rense veronderstelt. Integendeel: zo kan iedereen lezen hoe de discussie is gegaan. En het dwingt de rechters wier oordeel numeriek de doorslag heeft gegeven ook dat oordeel extra goed te motiveren.
Verder kunnen bij hoger beroep de opvolgende rechters zien wat de discussiepunten waren. En partijen zélf kunnen aan de contrasterende standpunten al zien of hoger beroep zinvol kan zijn.
Lara Rense: “Met naam en toenaam?”
Prima, wat Ingelse betreft.
LR: “Bent u niet bang dat dit de deur openzet voor advocaten om rechters te wraken?”
PI: “Ik zou niet weten waarom. De rechter geeft een oordeel over de feiten aan de hand van het recht, hij zegt niet *deze meneer deugt niet*.”
Máár, zegt Lara Rense: “Dit is ook wat Wagenaar zegt!” Nl dat je alle rechters die de zaak Lucia de Berk hebben behandeld moet kunnen wraken.
Dit lijkt Ingelse “tamelijk onbegrijpelijk” (= understatement). Want Wagenaar “heeft geen flauw idee of ze er allemaal hetzelfde over hebben gedacht”. Dat zou door het weergeven van afwijkende standpunten juist duidelijk kunnen worden.
Wat “de rest” (LR) ervan vindt? “Er wordt verschillend over gedacht.” Maar Ingelse wil het debat weer eens aanslingeren, zodoende.
Ik vind het een goed plan, omdat een rechterlijke uitspraak niet uitvoerig genoeg gemotiveerd kan worden.
Alleen een onderbouwde mening wordt (soms) geaccepteerd.
Geef een reactie