Jacques Anquetil kwam uit Rouen.
Dus bezoekt Joris van de Kerkhof een warme tent waar iedereen zweet. Zestig vierkante meter zijn gewijd aan de vijfvoudig Tourwinnaar.
Foto’s, bekers (niet aankomen!) en fietsen.
Toeristen uit Nederland, Australië en Frankrijk. Een paar dagen bij de Tour ‘om sfeer te proeven’. En dan ook even dit museumpje meepikken.
En verzuchten dat Anquetil wel een geweldige wielrenner was maar itt Poulidor niet populair.
Anquetil, zegt Jeroen Wielaert in zijn óók aan deze fietser gewijde column, was “symbool van de arrogante Franse elite”. Hij vergelijkt hem (behalve in een bijzin) verder niet met Poulidor maar met Jeanne d’Arc die in 1431 op de markt van Rouen op de brandstapel omkwam.
Twee “iconen van Frankrijk” met overal beelden voor de Maagd van Orléans en nergens voor Anquetil. Jeroen Wielaert vraagt zich af of Jeanne het ‘type’ van de wielrenner zou zijn geweest. Hij betwijfelt het. Hoewel: “Hij zou haar courage wel opwindend gevonden hebben.”
Tegenover de tent ligt het museum voor Jeanne d’Arc.
Ik ben benieuwd of Joris van de Kerkhof daar ook nog langs gaat.
Geef een reactie