De Tour volgen is een makkie voor journalisten.
Stickers op je auto, agenten die je vanwege die stickers overal doorheen laten, parkeren vlak bij de start.
Gisteren vergezelt Joris van de Kerkhof heel solidair zijn Smokkelaars. Die moeten de auto kwijt op 2 km van waar ze dénken dat de start is, en lopen dan langs de weg, pijlen volgend naar ‘Départ’.
Onderweg foto’s maken.
Onderweg ook een bbq met worstjes die doen denken aan wat de Australiërs een ‘sausage sizzle’ noemen.
De klingelende bellen en: “He smiled at me, he looked right at me, he’s got very blue eyes.”
Een van de vrouwen is helemaal verguld want de man met de prachtige blauwe ogen die naar haar lachte was Cadel Evans.
Stuart O’Grady van Greenedge ziet de groep staan met hun Australische vlaggen en geeft handjes.
Aardig.
Wat een knus gekabbel denk ik maar dan: het is hun laatste dag in de Tour de France.
Ze vonden de Tour fantastisch (vrouw: “amazing, much better than it is on the telly”), reizen nu nog een tijdje door Zwitserland en Italië en dan terug naar huis.
“See you in January” zegt Joris (door de vrouwen uitgesproken als *Joerus*) want dan is de Tour Down Under.
“Yes!” roepen de vrouwen uit en “We’ll show you around,” belooft een man.
Gelach en geklingel en daar gaan ze.
Mij teleurgesteld en beduusd achterlatend.
Want ik had verwacht dat ze er tot het eind zouden zijn.
Dat Joerus hun pad zou blijven kruisen.
Dat de blije mensen ook *mij* af en toe blij zouden blijven maken.
Maar nee, dat was het dan.
Ik ga ze missen.
foto’s: Joris van de Kerkhof
Geef een reactie