“Hé, het mannetje van de radio!” roepen de fietsers van de Tour de Concorde elkaar toe wanneer ze Joris van de Kerkhof zien staan en ik neem maar even aan dat het lief is bedoeld (want anders weet ik ze te vinden).
Hij schildert hoe de mannen en vrouwen -die steeds om geld op te halen voor kankerbestrijding een dag voor de echte Tour uit fietsten- aankomen op de Champs Elysées. Een busje ervoor en dan de renners.
Onze verslaggever feliciteert ze. “De geur van champagne en overwinning” ruikt Joris van de Kerkhof.
“En de benen” informeert hij bezorgd. Die zijn goed. “Het laatste ritje was ook maar 100 km of zo.”
JvdK: “Op de 1e rustdag zei je: als je dit kunt, kun je je ook voorstellen dat op een dag kanker een chronische ziekte is geworden. En dat er veel minder mensen aan doodgaan.”
Ja, zegt de man en vertelt dan over grenzen verleggen en “de dames er doorheen slepen” (het verband met kanker ontgaat mij) maar: “als je met heel veel mensen achter 1 doel aangaat geloof ik dat je heel veel kunt bereiken” (tja-zal wel).
Gelach, gepraat.
JvdK (tegen een vrouw): “Ik heb nog 1 vraag.” (zij: oh-oh) “Heb je nog pijn?”
“Ja, behoorlijk,” vertelt ze. En hinnikt.
JvdK: “En waar ook weer?”
“Aan me reet” zegt nu het meisje dat het eerder had over haar “billetjes”.
JvdK: “Doen alleen je billen zeer of doen ook je benen zeer?”
“Mijn benen doen heel erg pijn. Maar we zijn in Parijs.”
JvdK: “49 weken om uit te rusten.”
We gaan nu dus écht afronden.
Afscheid van de renners van de Tour de Concorde.
Morgen is Parijs helemaal niet meer ‘ver’, sterker: dan *zijn* we er.
Hoe zou het zijn met de Smokkelaars.
Vriendelijk verzoek: kan Joris van de Kerkhof ze misschien even bellen? Skypen? Sms-en? *iets*?
Omdat ze voor mij hét ‘blijemensenmoment’ in deze Tour waren.
Barend zegt
Vraagt Joris niet even of ze voor dierproeven zijn?
Voor de hand liggende vraag.
‘Kerkhof’: leuke naam.
Jeanne zegt
Ik vind ‘Barend’ ook wel een leuke naam voor -neem ik aan- een man.