Vijftien mensen per jaar krijgen in Amsterdam een eenzame begrafenis.
Het zijn niet per se zwervers, zoals Elsbeth Gruteke veronderstelt.
Natuurlijk, er zijn junkies en bolletjesslikkers en toeristen die zelfmoord plegen, zegt F. Starik, dichter van de Poule des Doods.
Maar soms is er wel degelijk familie en kan die niet snel worden gevonden.
En soms is die familie niet in staat te komen of wil men dat niet.
‘Zijn’ laatste eenzame begrafenis in Amsterdam?
“Een keurige mevrouw in een luxe Amsterdam-zuid-straat, een smetteloze woning gedecoreerd met vaasjes.”
Door een onzinnig conflict met haar buurvrouw (met wie ze wel contact had) toch alleen ten grave gedragen.
Starik noemt het “een minimaal gebaar van beschaving: een laatste groet aan iemand die overlijdt”.
De Stichting Eenzame Uitvaart zorgt in Amsterdam voor een lijkwagen en dragers, een aula met drie muziekstukken, bloemen en een gedicht.
In dat gedicht? “Wij proberen de kern van iemands wezen te naderen, ook al raden we. We spreken een lief woord.”
En: we werpen een schepje zand en drinken koffie.
“In je eentje?” vraagt Tijs van den Brink.
Nee: “Het is gezelliger dan je zou denken” vertelt Starik.
Vier dragers, de dichter, de uitvaartleider.
Je kent elkaar.
Dit itt de dode die niet ‘gekend’ is.
De dichter leest een gedicht voor.
Een flard: “Lappen waarachter onzichtbare mensen wonen
achter deuren zonder namen erop
iedereen kent ze: de deuren, niet de mensen.”
Prachtig.
Dit nav een reportage vanavond op Nederland 2.
Waarin de publieke omroep groot kan zijn.
Geef een reactie