Sfeer, sfeer zoekt Joris van de Kerkhof en met op de achtergrond rummikub spelende (en zwijgende) mannen neemt hij met andere de demonstraties door.
De politie moet de demonstranten een pak slaag geven, zegt de één.
Hárd.
Nee, het is goed voor de democratie dat mensen de straat op gaan, vindt een ander.
Iemand geeft de verslaggever een mondkapje mee.
Voor later. Voor ‘je weet maar nooit’.
In de tweede reportage is Joris van de Kerkhof verkast naar een bar-bistro waar een zakenman hem “welkom in Turkije!” noodt en uitroept dat zijn land “heaven!” is.
Vanaf het terras heeft hij zicht op de demonstranten die “het hele arsenaal aan liedjes” zingen: “regering treed af!” en “dictator treed af!” en nog zo wat.
We horen ze tussen zijn beschrijving door.
De politie staat er maar zo’n beetje, een maisverkoper (die iets roept als pidida pidida) loopt tussen demonstranten en politie heen en weer en urenlang gebeurt er niets.
Dan opeens heeft de politie er genoeg van en schiet en schiet (traangas) en “die kant, die kant!” hoor ik nog net Gulsah Ercetin roepen en: “Jezus, Joris!”
Enorme traangaswolken, beschrijft Joris van de Kerkhof maar dan rust: “We zijn een hoekje omgegaan” tot ze uit een grote wolk een meisje zien rennen dat ze toeroept: “We do not know who to trust.”
De verslaggever loopt terug naar de brede laan en ziet dat die in één beweging is schoongeveegd.
De duizenden mensen zijn weg.
Hij *kijkt* zijstraatjes in en ziet veel kleine brandjes.
Dan *luistert* hij (mooi gevonden!) zijstraatjes in en hoort verderop nog traangas schieten.
Afronding van de dag, korte blik op komende dag.
Prachtige reportage.
Luister zelf en let vooral op hoe het achtergrondgeluid buitengewoon effectief wordt ingezet.
Geef een reactie