Een paartje dubbele neushoornvogels viert vandaag in Avifauna hun 40-jarig huwelijk.
Bert van Slooten belt met Joost Lammers, die ze al 12 jaar verzorgt, en gaat in het gesprek de diepte in.
“Was het liefde op het eerste gezicht?” wil de presentator weten.
Ze konden direct (in 1973) goed met elkaar overweg maar het duurde tot 1986 toen de eerste jongen kwamen.
Twaalf nakomelingen hebben ze en dat is uniek want (Lammers:) “kweek gaat niet zo makkelijk.”
“Zijn ze altijd zo trouw” en “moet je ze wel eens uit elkaar halen” vraagt Bert van Slooten en: “Hoe kun je zien of ze elkaar leuk vinden?”
Ze voeren elkaar, ze zitten tegen elkaar aan en ze *kroelen*.
Lammers: “Zelfs een leek kan het zien.”
BvSl: “Zóenen ze ook?” wat een logische vraag is aangezien op de NOS-site een foto staat van de vogels met als onderschrift dat ze aan het zoenen zijn.
Toch niet, zegt Lammers, maar: hij heeft ze net nog zien paren.
Jongen zullen ze niet meer produceren (de laatste keer was in 2002) maar “ze zijn nog wel actief”.
Hoe wordt het feest gevierd?
Met lekkernijen.
Een tros druiven (vinden ze lekker) hangt Avifauna op.
En: een ketting met grote meelwormen (vinden ze ook lekker).
En tenslotte een meelwormdispenser waar om de zoveel minuten een meelworm uitvalt.
Leuk gesprekje.
En als ik het houden in gevangenschap van dubbele neushoornvogels eigenlijk moet afkeuren, hoor ik het wel.
Barend zegt
Walgelijk, ander woord is er niet voor. Van Slooten valt wel van z’n voetstuk, met zulke stupide conversatie.
Vogels levenslang gevangen houden. Opsluiten in een kooi. Primaire levensbehoefte – vliegen – maling aan hebben.
Terwille van c o m m e r c i ë l e u i t b a t i n g.
Pretpark Avifauna.
Voor de dieren meer een Guantanamo Bay.
Barend zegt
Zijn er echt geen verslaggevers met ENIGE sjoege van dieren?
De vraag stellen is hem beantwoorden.
De volgende vraag is natuurlijk: hoe komt dat?
HOE komen mensen aan zo’n verwrongen beeld van dierlijk leven?
Komt dat door het houden van huisdieren?
Is dat het resultaat van dierentuinen?
Jeanne zegt
Dank je, Barend.
Ik wist dat ik op jou kon rekenen.