Joris van de Kerkhof is vanochtend bij een Nederlands-Egyptisch gezin.
Hij praat met de man. Die niet altijd de Moslimbroederschap steunt maar soms wel.
Het gesprek vlot niet erg.
Het Nederlands van de man (zijn naam mag niet genoemd) houdt niet over en de verslaggever vat veel voor hem samen en maakt zijn zinnen af.
Een uur later gaat het beter.
De man vertelt dat hij alleen nog buiten komt om boodschappen te doen en dat hij bang is te worden gearresteerd.
Zijn vrienden is het ook gebeurd. Ze kunnen je zomaar van alles beschuldigen.
“Het is gewoon een onrechtstaat.”
Weer een uur later is de 13-jarige dochter opgestaan.
Zij verwoordt de angst die ze allemaal voelen: “You can see the army goes to every home and takes the people and took them to the prison and they beat them and they kill them.”
Vader was bij de actie waarbij mensen zijn neergeschoten, maakte foto’s van de lijken en liet die per ongeluk aan de dochter zien.
Joris van de Kerkhof vraagt wat ze toen dacht.
“I cried a lot and I said who did is they are not humans.”
Het gezin wil nu terug naar Nederland.
“I expect that I will be secure again and I will see my freedom.”
Wat een prachtige opbouw van de gesprekken.
Van vage onverstaanbaarheid naar concrete verhalen en dan dat meisje.
Het zal niet opzettelijk zo zijn gebeurd (ik neem aan dat Joris van de Kerkhof van elk gesprek een juweeltje wil maken) maar juist door de toenemende intensiteit werkt het perfect.
Met de fraaie afsluiting als hij iedereen bedankt voor het gesprek en we dan het meisje het net met de verslaggever geoefende “dankjewel” in perfect Nederlands horen uitspreken.
Geef een reactie