“Een beetje vriendelijk lachend” praat Joris van de Kerkhof zich in Caïro door de checkpoints vertelt hij aan Lara Rense.
Om er direct aan toe te voegen dat het niet om hém gaat maar om de Egyptenaren zelf die om zeven uur ‘s avonds niet meer op straat mogen komen.
Maar Joris zou Joris niet zijn als hij niet, vriendelijk lachend de Nijl overgestoken, om 12 uur ‘s nachts nog wat mannen op straat had aangetroffen.
Aan een tafeltje met een waterpijp en sigaretten.
“So you want our comments about the curfew” steekt er een van wal.
Die ziet hij als “a necessity” omdat er anders “unnecessary fights” uitbreken.
Verder is de avondklok, zegt hij, vooral voor de hoofdstraten en “we are sitting outside of our homes”.
De mannen filosoferen op verzoek van de verslaggever over wie de boosdoeners zijn (de Moslimbroeders maar eigenlijk weet je nooit wie een geweer heeft) en wat de oplossing is.
“Een tijdje geen democratie” denken ze.
Maar als het leger te lang aan de macht blijft moet dáár weer tegen gedemonstreerd.
Nog wat vriendelijks gezegd (door de verslaggever) over de waterpijp die -lekker- ruikt naar druiven en de volgende ochtend mag hij in de uitzending vertellen over een grote vangst.
De “verpersoonlijking van het kwaad” (Moslimbroeder) blijkt opgepakt en “hoe reageren de Moslimbroeders erop” vraagt Lara Rense.
“Ze zijn nauwelijks te vinden” weet Joris van de Kerkhof die zich oriënteert via de media.
Daar ziet hij vooral “veel berichten over hoe slecht het westen is. En hoe mensen zoals ik volslagen onzin uitkramen over wat er in Egypte gebeurt.”
Ik doe het er graag mee.
Geef een reactie