We hoeven niet bang te zijn voor Alzheimer, spreekt sociaalgeriater dr. Anneke van der Plaats ons in de Tros Nieuwsshow bezwerend toe.
Niet dat we het krijgen en niet dat iemand in onze omgeving het krijgt.
Als we maar weten dat er een ´volgorde´ in zit en: “Die kun je leren.”
De rest van het gesprek gaat over mensen die al behoorlijk ver heen zijn en die je kunt benaderen door te denken aan de Teletubbies: in die filmpjes is beweging en geluid bij waar de aandacht naartoe moet en de rest staat stil.
Zolang ze maar dynamische prikkels krijgen, gaat het (relatief) goed.
Anders “beginnen ze te mummelen en te plukken en gaan ze rondlopen”.
De mantelzorger kan bij dokter Van der Plaats een cursus volgen en in 5 sessies snapt die het.
Niet corrigeren bijvoorbeeld. Altijd ‘meepraten’.
En in je huis een kamer inrichten zoals in de jeugd van de dementerende dus met pluche gordijnen en een leunstoel met oren eraan en een oude radio en een groot ledscherm waarop de zon opgaat.
“Een soort fake-wereld” vat Mieke van der Weij samen.
“Juist niet,” zegt Van der Plaats, “als het ochtend is, is het ochtend.”
Maar, denkt mede-presentator Jan Mom, als partner is het toch psychisch lastig.
Want daar zit bijvoorbeeld Mieke in die andere kamer…
En is precies zoals vroeger! Belooft de dokter.
Met “het oude gedrag”.
Jan Mom is niet overtuigd: “Die partners hebben het toch ontzettend moeilijk?”
Van der Plaats: “Als ze ‘dementie wijs’ worden, als ze weten hoe het in mekaar zit en ze iets leuks verzinnen dat ze vroeger leuk vonden…”
Mieke van der Weij maakt de associatie met ‘kinds’ zoals we Alzheimer vroeger noemden.
Van der Plaats verwijst naar haar website waarop een hoop informatie zou staan (én een verwijzing naar de winkel waar je boeken en cursussen kunt bestellen).
En ik ben nog steeds bang.
klaasje zegt
Ik ben ook bang. Het begint er bijna op te lijken dat we blij moeten zijn met Alzheimer. Mijn ervaringen zijn anders!
Jeanne zegt
De boodschap die in dit ‘vrolijke’ verhaal wordt verzwegen is dat de mantelzorger er dus wel 100+ % moet zijn.
Als zorger.
En het beeld van de patiënt die dolgelukkig door het leven gaat als je ‘m/’r maar in een ouderwetse kamer zet en meeneemt naar de dierentuin – het lijkt mij op zijn best deels waar.