Joris van de Kerkhof zou de Smokkelaars weer treffen bij de Mont Ventoux en daar zijn ze.
‘Perfect’ en ‘beautiful’ zeggen ze en ‘what a beautiful place’.
Terwijl ze de verslaggever met hartelijke kussen begroeten en vragen “has the Tour been good so far” waarop die (mogelijk) toen de microfoon uitstond reageerde met ‘breek me de bek niet open’.
Maar in de reportage blijft het gaan over de leuke Australische mannen die zelf de Mont Ventoux al beklommen (“very inspirational”) terwijl hun leuke vrouwen langs de kant iedereen die voorbij kwam luid schreeuwend aanmoedigden – want zo doe je dat Down Under.
Met hun bellen.
Gisteren volgen ze de étappe via de Franse televisie -die, vinden ze, te weinig informatie geeft- en is er luid gejuich bij de overwinning van Millar.
Cadel, dat zal ‘t niet worden dit jaar, weten ze intussen ook.
Waarna Joris van de Kerkhof wordt gehesen in een shirtje van de Smokkelaars en een zadel wat lager voor hem wordt gezet.
Op vermoed ik een bezorgde opmerking van een van de groep zegt een vrouw: “He’s Dutch. He rides a bike all the time.”
Maw: geen zorgen.
Helm? Vrouw: “He’s Dutch, he doesn’t need one.”
Wat wél moet: fotootjes maken. “Smile!”
En “off we go”.
Heuvel op en weer af. Trappen. Wat praten.
JvdK: “Dit is vriendschap, sociaal zijn met elkaar, en je kunt ook je verhaal kwijt.”
Waarbij, valt me op, de verslaggever tijdens dat praten amper zwaarder ademhaalt.
Wat niet alleen pleit voor zijn conditie maar ook voor zijn vakwerk.
Want niks zo slap als “hijg, hijg, ik span me in” als truukje om ‘actie’ te verbeelden.
We eindigen weer op een terrasje, klinkende glazen, een kerkklok, krekels “en Australiërs, die zóveel plezier hebben” (JvdK).
“Cheers!” roepen ze.
Ergens tussendoor hoor ik een van de mannen de groep aanduiden als ‘Smokkelaars’. Geen ‘smugglers’ dus.
Écht in het Nederlands. Hoe zit dat ‘nou?
Ik vind ze geweldig, deze ‘blije mensen’.
Maar waar is de foto van de verslaggever op z’n fiets in het shirt zónder helm?