“Rechts de maan die niet meer helemaal rond is maar wel wolkeloos en die daar trots staat. Links tussen de bomen die gekapt zijn en een paar die nog overeind staan een beetje, een héél klein beetje lichte mistvorming. En achter dat heuveltje – daar moeten ze zijn…?”
‘Ze’ zijn de schapen die de Loonse en Drunense duinen begrazen. Ze zijn “enthousiast aan het huppelen” terwijl de nijlganzen overvliegen. Het enige dat ze niet doen is geluid geven. Dat is jammer want wat je niet hóórt dat is er op de radio niet. Tenzij de verslaggever het plastisch beschrijft zoals Joris van de Kerkhof in dit derde natuurFiliaal van de week natuurlijk wel is toevertrouwd.
De schapen grazen gras en jonge loten om zo het terrein meer open te maken zodat het zand weer kan stuiven. En zodat de heide groeit en bloeit.
De Filiaalhouder heeft zich, zegt hij, door een slager laten vertellen: “Schapen zijn de domste beesten die er zijn.” Nee hoor, zegt hun herder. “Hallo, hond” zegt weer Joris. “De schapen zijn dáár.”
Acht weken trekken deze schapen met z’n driehonderd door het gebied.
Veertien weken zou beter zijn, zegt de boswachter van Natuurmonumenten. Maar niet in het broedseizoen. Vanwege de nachtzwaluw.
De hele drieëneenhalf uur komt er geen enkel geluid uit de schapen. “De schapen met de zwarte koppen waar de zon op schijnt en ze zien er echt een beetje, ja, heel bijzonder uit.” De schapen… “ze ruisen voor ons uit”. “De schapen, geloof me, ze zijn er en nu de helft die hun zwarte eigenwijze snoetjes deze kant op draaien.”
“De schapen zijn wel héél rustig vandaag” vindt Marcel Oosten.
Lara Rense: “Mis je het geblaat?”
MO: “Beetje wel. Het geblaat komt van Joris vandaag.”
Wat een niet zo aardige manier is om de beeldende taal van de huispoëet van het Radio 1 Journaal te beschrijven.
(foto’s van het weblog van Joris van de Kerkhof)