Wanneer Govert Schilling wordt aangekondigd denk ik twee dingen.
Há – dat wordt leuk. Maar ook: zal het wel lukken, ook dit keer de luisteraar enthousiast te maken voor dat verre heelal.
Ik kan me gedachte twee besparen. Amper begonnen tracteert Govert Schilling ons al op 1000 planeten die satelliet Kepler in een half jaar heeft gevonden. “Ook een broertje van onze aarde?” vraagt Mieke van der Weij – want dat is natuurlijk wat we écht willen horen.
“Van alles!” vertelt de wetenschapsjournalist. Zoals twee planeten in dezelfde baan en: “Ja! Ja! Ook kandidaatplaneten kleiner dan de aarde waar het tientallen graden moet zijn en dan heb je ‘m bijna te pakken.”
Is er water? Wil Peter de Bie weten. Kan zijn. “Moet je je voorstellen, joh!” vervolgt Schilling. En: “het belooft heel veel” en “spectaculair”.
Maar wat zielig nou, vindt Mieke van der Weij, dat de man die deze satelliet heeft bedacht 70 jaar is. Die zal naar alle waarschijnlijkheid dus niet meer meemaken dat we de loper uitleggen voor de kleine groene mannetjes (dat laatste zei ze niet, dat bedenk ik).
GS: “Dat is de tragiek van de wetenschap. In de toekomst wordt altijd meer ontdekt dan in het verleden.” Waarna hij ons terugvoert naar de Grieken en Copernicus en ook Darwin nog even erbij haalt en aankondigt dat we binnenkort zullen weten: “hoe uniek de aarde is of hoe gewoon”.
Dat was weer erg leuk en ik ben weer erg enthousiast.
Laat het close encounter maar komen.