Paul Sanders tegen een Nederlandse renner die voor het eerst de Tour de France gaat rijden: “Heb je er zin in?”
Het antwoord: “Ja.”
Jammer.
Ik had me zó verheugd op: “Nu je me dat zo op de man af vraagt… nee.
Ik zie er als een berg tegenop. Maar weet je, ik kán niets anders dan hard fietsen.
Dus ik móet wel.”
Waarna hij zich wenend zou hebben afgewend of (nog mooier) zich tranen met tuiten huilend in de armen van de begripvolle verslaggever had gestort.
Maar nee.
“Zin” heeft-ie.
Zegt-ie.