Het gaat slecht met KPN en natuurlijk willen we álles weten over aandelen.
Voor wie daardoor niet is gefascineerd stuurt R1J Joris van de Kerkhof naar het Communicatiemuseum waar hij zich buigt over ouderwetse telefoons.
Met een snoer. En een krr-krr-draaischijf.
Drie meisjes van twaalf, dertien die hij daar treft kennen zo’n ding niet eens meer uit hun jeugd (o, pijnlijk inwrijven der leeftijd!).
Picture this doet hij: dat zo’n telefoon in de gang hing en dat je moeder dan wel drie kwartier stond te bellen met een vriendin.
Jakkie! Vinden de meisjes (of hoe ‘jakkie’ tegenwoordig heet).
*Zij* bellen liggend op bed terwijl ze tegelijk tv kijken.
Trouwens… béllen? Dat dóen ze helemaal niet.
Hoogstens 1x per maand.
Verder WhatsAppen ze. En pingen.
Met een zusje bv.
Die pingt dan “Je bent een kaasviool of zo”.
Twee moeders vergezellen de meisjes (die van school naar ‘een museum’ moesten – zodoende).
Eén vertelt over een verjaardag waar haar dochter, haar vriendin en haar moeder naast elkaar met hun telefoons Wordfeud zaten te spelen.
Joris van de Kerkhof zélf heeft voor de uitzending nog aan Tim Overdiek ge-sms-ed: wat is je eerste vraag?
De verslaggever heeft de presentator, vertelt hij, ook ge-WhatsApped maar, zegt Tim, die heeft een oude versie en pas vanavond als hij thuis is kan zijn zoon een nieuwe voor hem installeren.
WhatsApp, onthult Joris van de Kerkhof, gebruikt hij ook nog om bij zijn zoon te kijken wanneer díe het laatst heeft gekeken en het is “min of meer gratis”.
“Ik bel je na de uitzending nog wel even” kondigt Tim Overdiek aan en dat is *bijna* het enige dat ik begrijp.
Confronterend, zo’n serie gesprekken.
Want ik zie me nóg hangen in de gang met het snoer door de deur die nét niet dicht ging hopend dat mijn ouders niet álles zouden horen.
En nu héb ik een mobiel maar niks ‘aai’ of anderszins ’smart’phone.
Gelukkig ken ik niemand die me wil meedelen dat ik een ‘kaasviool’ ben.
Dat scheelt dan weer.