“Het schijnt” trapt Marc-Robin Visscher Koninginnedag op Radio 1 af, “dat de burgemeester heeft gezegd *het wordt te duur*.”
De burgemeester is die van Apeldoorn die maar 1x de doden en gewonden van een jaar geleden wil herdenken. “En dan denk ik,” vervolgt de strijdbare Filiaalhouder, “ja, maar het zal je moeder of broer of zus of vriend maar zijn die daar dood is gegaan.”
Een dubbel gevoel zoekt en vindt hij.
Menno Reemeijer ziet in Wemeldinge “meer dranghekken dan inwoners”, Jeroen Wielaert beschrijft hoe hij zelf tot het binnenste van de vesting is doorgedrongen. Zigzaggend langs plantenbakken.
En het druilt.
Paul Sanders doet de Amsterdamse vrijmarkt.
Ook hij zet meteen de toon: “Je kunt je wel afvragen waar meer rotzooi ligt, op straat of op de kleedjes.” Paul, toch! corrigeren hem direct Marcel Oosten en Lara Rense. Dat is dus niet de ‘spirit’ voor deze verslaggeving. Waarop Paul het knopje omzet en allerlei leuke dingen ziet liggen. Een astronautenhelm – zal hij die voor Marcel Oosten kopen?
Half tien: Sven –ikkannietlangzaampraten– Kockelmann en Jurgen van den Berg. Even een rondje langs de verslaggevers zoals Jeroen Wielaert en dan een ander en GODVERDOMME! schreeuwt iemand vanuit de radio. Met hoofdletters.
En: “Waarom moet dat nou altijd fout gaan?!!”
Jurgen van den Berg: “Jeroen! Hou je mond. Want je bent op de radio.”
Een minuut later mág Jeroen Wielaert. JvdB: “U hoorde zijn zoetgevooisde stemgeluid al even op de radio.” Waarna JW een beeldend-dichterlijk-omslachtig typisch Wielaert-verhaal houdt.
Aha. Dát had hij dus een minuut eerder willen zeggen toen hij zo ruw werd onderbroken.
Ook hier is de toon gezet.