Ik zat erop te wachten.
Stuur de grootste dierenliefhebber onder de NOS-verslaggevers naar de Tour de France en er komt een moment dat hij de fietsers de fietsers laat en op zoek gaat naar beesten.
Gisteren verkent Joris van de Kerkhof het parcours dat de renners vandaag gaan rijden.
Eerst met de auto de Aubisque op.
Boze fietsers komt hij tegen omdat ze hem te laat zagen (of omgekeerd).
En: “Erg veel schapen dichtbij de auto.”
Klingel-klingel doen die schapen met hun belletjes.
Campers (maar niet veel), een klein hotel op de top.
Daarna is het uitzicht “nog adembenemender” en kijk, nu ook paarden (hinnk! doen ze – dat treft) en koeien “met nóg grotere bellen”.
“Are they wild?” vraagt een Amerikaanse fietser die is gestopt om foto’s te nemen. Hij ziet immers geen herder.
De Amerikaan is een tijdje met de paarden meegereden, vertelt hij.
Eigenlijk zegt Joris van de Kerkhof, was hij op zoek naar de plek waar in 1951 Wim van Est 70 meter naar beneden zou zijn gevallen en waar een plaquette staat.
“Maar dit is veel mooier. De beesten lopen over de weg.”
Na de Amerikaan voegt zich een passerende Drent bij onze verslaggever.
“Wat een wereld, wat een wereld,” roept die verrukt uit.
“Adembenemend, ongelooflijk.” En: “Het is niet alleen het fietsen, als je dit overslaat heb je een gemiste kans.”
De volgende berg, vertelt Joris van de Kerkhof, is de Tourmalet.
Maar hier, kijk eens: de schapen en de trappelende paarden, (belletjes!).
JvdK: “Prachtig. De Tourmalet kan nog wel effe wachten.”
Prachtig – dat is ook het juiste woord voor deze reportage.