Salade Tomate Oignon.
En ook nog aubergine en olijven.
Joris van de Kerkhof knabbelt een vegetarische maaltijd in de herberg van Hendrika en Jacob van de Lagemaat bovenop de Mont de Fourche (waar de renners vandaag overheen moeten).
“Een lekkere Franse hap” krijgt hij voorgezet, zegt een Nederlandse stem.
“Goed voor de fietsspieren.”
Die het zwaar te verduren hebben gehad, vertelt een (Nederlandse) gast want ze deden vandaag de slotklim van de zevende etappe en die viel ze niet mee.
“Ik fiets zelf niet,” vertrouwt Joris van de Kerkhof ons toe, “en al helemaal niet in zo’n groep.”
Maar (veronderstelt hij) “het heeft iets met vriendschap te maken…”
Nou… vriendschap.
“Meer kameraadschap.” “We zijn maten, we zijn reisgenoten.”
Of misschien tóch vriendschap?
Want denk eens aan die keer in het Zwarte Woud, met z’n allen in een tent, wachten tot de regen zou ophouden.
Ze laten een foto zien en nemen meteen wat foto’s van dit leuke gezelschap.
Tegen de verslaggever: “Het snoer ligt bij jou in de tomaten nou, en in de aubergine, dat wordt een mooie smeerboel zo.” (foto?)
Tenslotte de verklaring waaróm dit nou zo leuk is: “je kan rijden waar de grote jongens rijden.”
Want dat is toch een jongensdroom, de Tour de France rijden.
En zo, met hun klim met een stijging van 20%, “kun je een heel klein beetje je wielrenner voelen”.
Mooie reportages zijn dit, zo langs de rand van het peloton.
Met hapjes en drank en het snoer in de tomaten.