Nog 1x blikt Joris van de Kerkhof deze week terug op Pim Fortuyn.
Nu in Holland Doc en ik ben benieuwd of hij nog nieuws heeft of dat hij zijn mooiste kruit al in de eerdere reportages voor het Radio 1 Journaal heeft verschoten.
Oei, denk ik bij het begin want dat is een herhaling van het taartincident (“mevrouw wat doet u nú?” Pim: “mag ik even mij schoonmaken” JvdK: “dat mag u doen”).
Alleen verbindt hij de taart nu met een foto waarop een klodder taart op Fortuyns hoofd zit – “die klodder zit precies op de plek waar een kogel doorheen moet zijn gekomen”.
Vijftig meter
Joris (toen) via een mobieltje, verslag doend van de plek van de aanslag “nu ligt-ie hier, op een meter of vijftig afstand van mij vandaan”.
Joris (nu): hij lag er toen anders bij dan op de beroemde foto.
Joris (toen) via dat mobieltje: het Mediapark is afgesloten zodat er niemand uit kan maar ook geen ambulance *in*. “Er zijn vier mensen die om hem heen staan en bezorgde gezichten, heel veel bezorgde gezichten.”
Ambulance
Joris (nu): wat een chaos was het, ook in de uitzending van het Radio 1 Journaal.
Fragment waarin Floris Harm aan wie wordt gevraagd hoe “ie” eruit ziet: “De ambulance? Geel.” Nee, de gewónde. O. Geen idee. Want Harm kan er niet in en begint over verwarring en…
Joris van de Kerkhof: ik stond toen naast Fortuyn. En fluisterde in de telefoon (fluister): “Schakel naar mij, kom maar, hij leeft nog.” Misschien te zacht want de regisseur hoorde hem niet, wel even later (“we zijn nu naar achteren gezet”).
Joris (toen) vertelt over mensen die bij Pim stonden (Pim blijf bij ons).
JvdK: “Hij bewoog nog een klein beetje in de plas bloed om hem heen.”
Ogen als koplampen
Uitleg waarom Joris van de Kerkhof Pim Fortuyn volgde en wat hem aan hem opviel. Stukjes uit de tuin-scène (ook al aan de orde in het Radio 1 Journaal) en het vuur in de ogen.
“Zijn ogen als koplampen en de andere politici als bange konijnen in zijn licht.”
Maar, brengt JvdK ons in herinnering, het waren wel alleen zijn ogen, want verder was de LPF een zooitje ongeregeld (hij formuleert het vriendelijker dan ik).
“Pim! Pim!”
“Zijn ogen, ik zie ze voor me op 6 mei, ogen vol berusting.” Met twee vrouwen over hem heengebogen “die hem in leven proberen te roepen” (vrouwenstem: “Pim! Pim!” met op de achtergrond een ambulance).
Citaat Albert de Booij (die ook erbij was). Die dag meldde de Volkskrant dat als er die dag verkiezingen zouden zijn geweest, Fortuyn 38 zetels zou behalen. “Dan is dit het moment om te stoppen” zou Fortuyn toen hebben gezegd. “Ik heb het signaal afgegeven en Nederland moet maar zien wat het ermee doet.”
De verantwoordelijkheid drukte loodzwaar, weet De Booij. En: daarin was hij eenzaam.
Berusting
JvdK: “Eenzaamheid en berusting. Met een echo van de vrouwen op het parkeerterrein.”
Vrouwenstemmen (met die ambulance in de verte): “Laat je niet klein krijgen, hè. Blijf erbij. Pim. Pim! Ga nog even door, Pim! Hou nog even vol, jongen!”
JvdK: “Later kwam de ambulance en weer later moeten zijn ogen gesloten zijn.
Nederland moest maar zien wat het hiermee zou doen.”
De vrouwenstemmen krijg ik niet meer uit mijn hoofd.
Beklemmend en indrukwekkend, deze reportage.
Ik had niet hoeven vrezen voor een ‘dunnetjes’ of ‘dikkertjes’ overdoen van het voorafgaande door de beste radioverslaggever die we hebben.