Planetoïde 2012 DA14 vliegt vrijdag langs dus wil Mieke van der Weij van Govert Schilling weten hoe groot de kans is dat hij zal inslaan op aarde.
“Nul” is het antwoord en “Hè.. Spanning meteen weg” doet Mieke teleurgesteld.
De Planetoïde vliegt langs op 2800 km, weet Schilling en “dat is toch vlakbij?!” roept Peter de Bie uit waarop de deskundige: “Precies, jij snapt het!”
Waarna Schilling ons in enkele minuten uitlegt dat eens in de 1000-1200 jaar wél een botsing komt en dat de dino’s zijn uitgeroeid door een véél grotere dan deze en dat het een vergissing is te denken dat “als iets van 100 meter neerkomt en je staat op 300 meter je er geen last van hebt”.
Het gevaar (voor zover acuut aanwezig) zit niet in de stukken steen die we zien naderen maar dat we ze vaak helemaal niet zien naderen, omdat je nu eenmaal niet alles kunt zien.
Om tenslotte te filosoferen over wat we kunnen doen als er écht iets engs aankomt.
“Een raket er op af om hem te laten ontploffen?” suggereert Peter de Bie.
“Dat is niet slim, Peter,” legt Govert Schilling uit.
Want stel dat er een locomotief op je huis af komt en je blaast ‘m op dan word je bedolven onder het puin.
Wat wél kan: een zetje geven.
Opzij duwen met een laser straal.
Of inpakken in reflecterend folie dan weerkaatst hij meer zonlicht en verandert van richting.
Mieke van der Weij ziet niet voor zich: dat ding raast door de ruimte, hoe pak je dat dan in?
Door er een ruimtesonde naartoe te sturen die hem besproeit met verf.
Aha.
Altijd weer een feest, Govert Schilling.
“Een echte natuurliefhebber kijkt verder dan de horizon” – als het aan mij ligt komt-ie terug in Vroege Vogels.