De Nijmeegse voetbalclub Quick 1888 wil minder allochtone leden.
Marc-Robin Visscher gaat vragen wat de reden is. De Marokkaanse en Turkse jongens óp en hun ouders lángs het veld spreken in hun eigen taal. Dat leidt tot miscommunicatie. Zeggen: Hé! Hier spreken we Nederlands – dat helpt niet. Verder hebben ze een keer hun eigen kleedkamer vernield, vertelt John Peters van Quick 1888.
Daarom wil de club die nu uit 80% allochtonen bestaat naar fifty-fifty. En *zij* worden nu uitgemaakt voor discrimineerders maar hallo, hoe zijn die ándere Nijmeegse clubs eigenlijk zo wit gebleven.
In de studio Agnes Elling van het Mulier instituut.
Die noemt het probleem “niet nieuw” en heeft het vooral over allochtone ouders die niet begrijpen dat wanneer je Ahmed op voetbal doet je zelf als vrijwilliger ook iets voor de club moet betekenen.
De oplossing: een contract voor elke nieuwe speler met ouders.
En intussen als regio met de clubs in de buurt ondersteunen.
Twee gesprekken en nog steeds heb ik geen beeld van wat er aan de hand is.
Turks praten op het veld – valt dat nou echt niet te regelen? En wat was er met die kleedkamer.
De ouders dan. Daar zoemt Elling op in, maar daar heeft Peters het niet eens over.
Zodat ik me laat informeren door Binnenlands Bestuur.
Die kleedkamer is verbouwd nadat ze een keer hadden verloren. Oudere autochtone clubleden voelen zich niet meer thuis en lopen weg, de nieuwe allochtone leden voelen minder binding met de club. Inderdaad: daarom ook minder vrijwilligers. En de club slaagt er niet in normen en waarden (regels) over te brengen.
Vanochtend praat wethouder Floris Tas (GL) met Quick 1888.
Lara Rense: “Ik ben benieuwd wat er uit dat gesprek komt.”
Ik ook. En ik hoop dat hij het lef heeft de multi-culti-mantel-der-liefde in de kast te laten.