Joris van de Kerkhof scheurt door Sint-Niklaas en hád kunnen doorrijden naar Zeebrugge maar hij stopt in Sint-Martens-Latem.
Daar woont Oscar van den Boogaard, wiens ‘Meer dan een minnaar’ vanavond de AKO-literatuurprijs kán winnen. Een boek over liefde en overspel en fantaseren en geheimen. De plot vertellen vindt de auteur geen probleem want: “Het gaat om alle fijne dingetjes die ik beschrijf.”
Twee passages worden voorgelezen. De eerste alinea door de Filiaalhouder, een fragment van blz. 17 door de schrijver zelf. Waarna we het dorp ingaan dat in het boek een grote rol speelt. Het kerkhof waar 1 van de hoofdpersonen ligt. Met een strikje om. Dat zijn geheime geliefde hem heeft omgedaan toen hij lag opgebaard.
JvdK: “Ah… wat lief van d’r.”
Hoe heet het boek eigenlijk – ‘Meer dan een minnaar’ of ‘Meer dan één minnaar’? Het is ‘een’. OvdB: “Eén is al vermoeiend genoeg, bij twee moet je je in bochten wringen om het in goeie banen te leiden.” JvdK: “Dat weet je?” “Ik weet heel veel.”
Een enthousiast causeur toont Oscar van den Boogaard zich niet. Zeker niet in het begin. Misschien dat Joris van de Kerkhof daarom aanvankelijk moeite heeft ‘je’ tegen hem te zeggen en steeds terugvalt op ‘u’.
Mijmerend bij de meanderende Leie gaat het beter. Vroeger was de schrijver “heel erg zelfverzekerd en boos op de wereld” vertelt hij. “Ik heb er récht op” dacht hij toen zijn eerste boek 3x werd genomineerd (maar niet ‘geprezen’). Nu is hij “heel blij vandaag” hoe het ook zal lopen.
JvdK: “De overwinningstoespraak, zit die hier al ergens in?”
OvdB (lachend): “Wat ben jij geméén!” en nee, die zit er *niet* in.
Waarna we eindigen met geheimen die ouders hebben en die kinderen overerven en de kleine Oscar die er “een talent” voor had de slaapkamer binnen te lopen wanneer zijn ouders de liefde bedreven.
Vanavond tijdens Nieuwsuur wordt de winnaar bekend gemaakt.
In het Juryrapport staan veel lovende woorden over ‘Meer dan een minnaar’.
Maar die staan er over de andere genomineerden ook.