Bijgelicht door alleen een zaklantaarn klimt Joris van de Kerkhof met het bestuur van kinderboerderij Vijverhof in Olst over een hek.
De drie bestuursleden willen hem laten zien waar hun zes gestolen alpaca’s uit de stal zijn gehaald.
In de nacht van zondag op maandag verdween de jongste.
De man van één van de bestuursleden hád de nacht erna nog willen posten maar zag daar vanaf en toen kwamen de dieven terug voor de rest van de groep.
“Zijn jullie verzekerd?” vraagt Joris van de Kerkhof praktisch, maar nee.
Het gaat ook niet alleen om het geld maar om de “emotionele waarde”- de dieren zijn op de kinderboerderij geboren.
Láng (15-20 jaar) geleden zijn twee alpaca’s kado gedaan.
De dames zwanger maken valt niet mee (“bevriende relatie komt met een hengst”) en dan baren ze na 11 maanden en 10 dagen een baby.
Nu wég dus.
Uit de stal gehaald. Heg vernield.
En we mogen nog blij zijn dat hangbuikzwijntjes Frans en Annie er doorheen zijn geslapen en niet aan de wandel zijn gegaan de dijk op.
Je kón tot voor kort op bankjes naar de alpaca’s zitten kijken.
Op het Willy Dobbeplantsoen.
Weet de verslaggever het nog?
Waldolala? Sjef van Oekel? “Die gaf altijd over in de fietstas.”
Mijn humor was het niet zodat ik even moet googlen en ik begrijp nu dat het heel bijzonder is, dat plantsoen.
Niet voor niets dus dat het bestuur er steeds op terugkomt.
“En nu?” vraagt Joris van de Kerkhof.
Berouw zou wel fijn zijn.
Dat de dieven ze terugbrengen.
Maar de hoop daarop is niet groot.
Of anders: “Dat iemand denkt wat vind ik dat nou jammer dat de kinderboerderij geen alpaca’s meer heeft, ik heb er nog wel een paar in de aanbieding.”
Terug over het hek (dat moest zo, omdat de sleutel was vergeten).
En zuchten: “Het is heel naar, heel verschrikkelijk.”