Rotterdamse kinderen dansen vanmiddag regenwormen uit de grond.
Het is een initiatief in het kader van OERRR waarmee Natuurmonumenten kinderen (en via de kinderen hun ouders) ervan wil doordringen dat je ook in de stad van de natuur kunt genieten.
“Vogels trappelen wormen naar boven” legt Angelique Aerts van Natuurmonumenten uit aan Lara Rense die dat van de wormen “niet zo slim vindt”.
De worm, weet Aerts, denkt bij trillingen dat er een mol aankomt. Daarom vlucht hij naar boven.
“En hij is intussen” vraagt de presentator zich af “nog niet zo geëvolueerd dat hij denkt dat zou wel eens een vogel of een kind kunnen zijn?”
Nee, dat gaat niet zo snel.
Om het voor kinderen extra leuk te maken (vermoed ik) gaan ze voor ‘een record’: hoeveel wormen krijgen de 150 kinderen van de Blijbergschool in het Vroesenpark naar boven.
Dat record hebben ze trouwens al snel te pakken want nooit eerder hebben mensen om een record te vestigen naar wormen staan dansen.
Maar, oppert dan Lara Rense en steelt mijn hart: “Is dat dan niet zielig voor die wormen?” En: “Wat gaan ze er daarna mee doen?”
De kinderen worden begeleid door boswachters.
Die hebben eerder op school uitleg gegeven.
En pakken vanmiddag elke opgedanste worm voorzichtig aan, doen die voorzichtig in een teiltje en zetten ‘m na de telling “rustig” terug.
Leuk gesprek.