“Zonder dat je met mensen spreekt, straalt het lakonieke van het dorp af.”
Direct om zes uur zit Joris van de Kerkhof al in de uitzending om te berichten vanuit Bergen waar gisteren de grote brand is geweest.
Marcel Oosten: “Ruik je het ook?” In de auto rijdend wel, aan zee niet.
“Je kunt hier in goed gesprek gaan met de meeuwen,” vertelt de Filiaalhouder een kwartier later: “De mensen moeten nog wakker worden.”
Burgemeester Hafkamp geeft om acht uur een persconferentie. Er is niet ‘zomaar’ een vierkante kilometer natuur in vlammen opgegaan. De natuur is “van grote historische waarde”. Bijzondere heide en bijzondere bomen. En het broedseizoen is natuurlijk ook verpest.
“Stomme mensen, hè, die dat aansteken” zegt Joris van de Kerkhof.
Dat weet je niet (aansteken) zegt mevrouw Hafkamp.
JvdK: “In theorie kan het spontaan in de fik zijn gegaan (ja) maar u weet ook wel wat de praktijk is.” Waarna de burgemeester voor de bijl gaat en toegeeft: “Het gaat wel door mijn hoofd.”
Tegen half tien moeten we het zonder de satellietwagen stellen en mag een vrouw van Staatsbosbeheer via Joris’ mobieltje vertellen over “prachtige bomen” en zand en waarom het zo lang smeult.
“Is dit de beste tijd van het jaar om brand te stichten” vraagt de Filiaalhouder. “Is dit een goede tijd voor bosbranden.” Nou… de loofbomen staan nog niet in blad. Een maand later *is* dus ‘beter’. (Ik zie de pyromaan in zijn agenda ‘15 mei’ aankruisen)
Wat betekent het voor haar persoonlijk, dat zwart-geblakerde gebied?
“Jammer, heel erg jammer en zeker voor de kleine dieren die er leven, de zandhagedissen…”
In de studio hoor ik dierenvriend Marcel Oosten instemmend brommen.
Tja. De dieren. Vervangbaarder dan oude bomen natuurlijk.
Maar deze softie had er graag meer over gehoord.