Het Radio 1 Journaal zwoegt zich door de nieuwsluwe ochtend om ons om kwart voor negen te verrassen met een gesprek tussen Bert van Slooten en Birgit Donker (NRC Handelsblad) over journalistiek. Hoe doe je dat, nieuws *maken* is de actuele vraag. Wij, onthult de presentator, kijken dan vaak in de kranten.
De krant (NRC althans) zoekt naar primeurs, eigen onderzoeksjournalistiek, achtergrondverhalen van correspondenten en altijd: verdieping. Die primeurs zijn link, weet Bert van Slooten. Zie de Volkskrant van vandaag: Van Agt die het maar niks vindt dat met de PVV wordt onderhandeld. Maar overal (de Telegraaf, Nu.nl) wordt dat overgenomen zónder bronvermelding. Wat kun je nou méér brengen.
Birgit Donker brengt ons de traditionele journalistieke W’s in herinnering: wie wat waar wanneer waarom (en hoe). Daar hoort nu bij: what’s next en nou én. En journalisten zijn ook nog steeds nodig om uit de grote hoeveelheid berichten de juiste selectie te maken.
Waarom zijn journalisten (Van Slooten brengt het boek van Jan Blokker in herinnering) zo negatief over zichzelf? “Komt het door het stempel dat wij de paria’s van de samenleving zijn?” Het is traditie, journalisten zijn te zelf-kritisch. Maar we hebben, vindt Donker, “de plicht niet zo negatief te doen want bij een stelletje losers wil je je niet aansluiten.”
Birgit Donker, na een conflict met de directie opgestapt als hoofdredacteur, werkt nu op de kunstredactie. Hoewel buitenlandcorrespondent zijn nog steeds een “meisjesdroom” is.
“Veel op pad”, daar verheugt ze zich op.
“Niks leuker dan met je poten in de modder staan” beaamt Bert van Slooten van wie ik juist de indruk heb dat *hij* niets leuker vindt dan presenteren.