Het verbaast Dirk-Jan van der Kolk van Ouwehands Dierenpark niets dat ijsberen 600.000 jaar oud zijn – vijf keer ouder dan tot nu toe werd gedacht.
Onderzoekers ontdekten het na dna-onderzoek, maar de dierenverzorger observeerde het dier in gevangenschap. Zo zag hij ook dat de bruine beer (met wie de ijsbeer de grote zwarte neus én een zwarte huid onder de vacht gemeen heeft) een relatief simpele ziel is.
De ijsbeer, beschrijft Van der Kolk aan Lara Rense, laat geen kans onbenut om iets te bereiken, is intelligenter en moet bezig worden gehouden anders verveelt hij zich.
Komt omdat hij in het wild veel moeite moet doen om zich te voeden terwijl een bruine beer bij de zalmtrek maar in een beek hoef te gaan staan of de lekkere hapjes vliegen hem bijna letterlijk in de bek.
Dús moet de ijsbeer, denkt de dierenverzorger, langer in de evolutie hebben doorgeploegd om zo vindingrijk en slim en doelgericht te worden.
Als het dier al zo is “uitgedaagd”, zal het dan ook deze klimaatverandering wel overleven?
Lara Rense klinkt hoopvol.
Niet noodzakelijk. Want bij het verlaten van het nest op zoek naar de ijsvlakte (waar ze vroeger gewoon op wandelden) moet nu met de jongen kilometers worden gezwommen – daarbij vallen veel slachtoffers.
En: de ijsbeer zoekt de mens op. Afvalbergen bv. Dat, zegt Van der Kolk, “loopt meestal niet goed af” (=wordt doodgeschoten).
Wat Van der Kolk wel begrijpt want: “In de dierentuin is de ijsbeer het gevaarlijkste roofdier. Je ziet niet aan hem wanneer hij boos is en als hij aanvalt is het te laat.”