Nauwelijks verstaanbaar in een ruimte met zeer veel feestgedruis zegt een vrouw dat “nummer twee” snel moet komen, want: “Je moet zorgen dat je in de picture blijft.”
“Ik heb twee kinderen van onder de drie”.
Man zit duidelijk in het defensief.
Strenge vrouwenstem: “Heb je geen vrouw?”
“Ja, maar die wil ook leven.”
Door het harde ‘ziejewel’-gelach van de vrouw heen: “Ik zal het zeggen.”
Vrouw: “Zeg maar, goeie tip van Corine Hartman!
Je moet keuzes maken.”
We zijn bij de uitreiken van de Gouden Strop.
Corine Hartman, genomineerd, spreekt winnaar Donald Nolet toe en Joris van de Kerkhof houdt zijn microfoon erbij.
Tomas Ross noemt het boek van Nolet uniek: “Uniek verteld en vooral geloofwaardig.”
Hun eerste gesprek?
Ross was begonnen met “het is geweldig” en bij de helft van het boek: “dit moet over”.
Waarna Ross met de domper komt dat thrillers niet meer zo goed verkopen als een jaar of vijf geleden.
Niemand weet waarom, maar zo is het.
JvdK tegen Nolet: “U heeft gewoon een vak”.
Wat ik wel grappig vind, alsof boeken schrijven géén vak is.
Maar de man is copywriter op een reclamebureau en wil dat ook blijven doen (“een dagelijkse praktijk met andere volwassenen”).
JvdK: “U was ook in dat werk al gewend met moeilijke mannen samen te werken.” Klopt en…
Ross: “Ik denk dat de reporter nu praat uit zijn eigen radio-ervaring in Hilversum.”
… Nolet blijft de vraag beantwoorden.
Zodat de reporter wordt gered door de bel.
Zoals dat geloof ik heet.