Zoals iedereen die zelf past her prime is was ik verontwaardigd toen de ouwe knorrepot (“dat weet jij toch óók, Mieke”) Martin Ros werd gedumpt door de Tros Nieuwsshow omdat zijn houdbaarheid was verstreken.
Intussen ben ik volledig gevallen voor licht stotterende altijd opgewekte en enthousiaste Arie Storm, al val ik niet altijd voor zijn keuze in boeken.
Vandaag zit ik Het Grote Willem Frederik Hermans Boek dus *uit* maar veer op bij Een jongen met vier benen over een pedofiele relatie en ongemak en grijze gebieden. Wanneer Storm een fragment heeft voorgelezen denk ik: dat boek moet ik hebben.
Vérder naar Isaac Newton en het ware weten wat me niks lijkt tot Arie Storm me vertelt dat de schrijver Floris Cohen (ja, broer ván) telkens wanneer het voor alfa’s abacadabra wordt zegt: hier mag je overslaan en op blz. x weer verder gaan. Er zit ook nog iets in over dat je alles kunt weten/begrijpen. Waarna ik óók nog word gewezen op Zo begint iedere ziener dat een inleiding in de filosofie is via jeugdherinneringen met als conclusie dat je juist niets kunt weten/begrijpen.
“Ben ik er nu doorheen” vraagt de recensent aan de tegen té gedreven boekbesprekers altijd strenge Mieke van der Weij. “Ja, erg, hè” zegt die maar de kwart minuut die hem nog rest grijpt Storm aan om ons ook nog te wijzen op een roman over het leven van Newton: “Een van de beste boeken ooit verschenen.”
John Banville. The Newton Letter.
Dat was een kwartiertje Arie Storm en ik ben helemaal opgewonden en blij en wil al die boeken (behalve Hermans) direct lezen.
Wat moet het geweldig zijn om dat effect op luisteraars te hebben.