Tomatensoep, gebakken aardappeltjes ‘van een Franse nationaliteit’ , boontjes … terwijl de eigenaar van hotel Eureka voor Joris van de Kerkhof staat op te sommen wat de avondmaaltijd zal zijn klettert een deksel op de vloer.
Symbolisch.
Want het laatste christelijke hotel van Nederland sluit de deuren.
Ook in de keuken: een stapel post.
Verdrietige klanten. Geschreven “met een handschrift als opa en oma – heel oud” (JvdK).
Want ze hebben nu niks meer, die mensen.
Nou ja ‘niks’ maar eigenlijk wel ‘niks’ vindt eigenaar Van Gent want zo’n hotel, met zulke huisregels zal er nu niet meer zijn.
Zoals? Niet kaarten. Niet op zondag in- en uitchecken.
Er wordt gelezen uit de Statenvertaling.
Vrouwen mogen voorlezen maar het komt voor dat mannen dan bezwaar maken (VG: “maar niet altijd, hoor”).
Lopend door de eetzaal: daar zitten gasten heel stil te lezen.
JvdK: “Goeieavond!”
Er volgt een vriendelijke groet terug en “nou, dat was toch al een heel interview zo met ze” concludeert de verslaggever geestig wat me doet vermoeden dat hem is gezegd dat hij van harte welkom is maar dat hij de gasten niet mag lastig vallen.
Zaal waar mensen sjoelen.
“Sjoelen mag wel en kaarten niet?” Sjoelen is een schijfje, op kaarten staan afbeeldingen en het mag wél met alleen cijfers. Rummikub mag ook.
Waarom Van Gent verkoopt? “Er kwam een koper langs. Uit het niets. Uit de lucht vallen…”
Joris van de Kerkhof beetje flauw maar wel leuk voor open doel: “Die kwam van boven.”
Dat vindt Van Gent wat cynisch maar toch: ja.
En er zat niet anders op want het publiek werd te oud en hij zat in de verkeerde plek van het land (Zeddam).
Duur was een verblijf in het hotel overigens niet. Maar nu alsnog bellen dat je met kerst wil komen is er niet bij. Nu is het vol.
Van Gent: “Sorry.”
Mooie reportage.
Waarbij mij vooral te denken geeft dat wanneer je gasten lieve opa’s en oma’s zijn die zouden willen dat je open was gebleven je toch sluit omdat er ‘van boven’ een koper wordt gezonden.