Jullie gaan dit jaar gourmetten.
Tenzij jullie Brabanders van een zekere (oudere) leeftijd zijn, dan eten jullie bloedworst, zult en balkenbrij.
Het is zo’n non-onderwerp dat mij het ene oor niet eens *in* gaat tot ik een man aan Colette van Nunen hoor vertellen dat hij konijn gaat eten.
Maar dat vindt, zegt de man, “de kleine” niet zo leuk.
“Néé!” roept de kleine uit, “niet voor mij!”
CvN: “Hou je niet van konijnen?”
Kleine: “Jawel, maar ik eet ze alleen niet. Ik vind het zielig.”
“Je hebt zelf ook een konijn” begrijpt de verslaggeefster.
En: “Hoe ziet jouw konijn eruit?”
“Beetje beige wit met zwart helemaal gevlekt.”
Zodat het konijn uiteraard geen Alexander of Ferdinand heet maar “Vlekje”.
CvN: “Gelukkig geen Flappie! Want ken je dat liedje?”
Dat kent de kleine en daarom heeft ze haar konijn expres niet zo genoemd.
Wánt, gaat Colette van Nunen een stap verder, “je denkt: vader kun je niet vertrouwen, voor je het weet, ligt-ie in de pan.”
Precies, en daarom zal Kleine vandaag goed opletten.
Zoals de dierenasiels dat de afgelopen week ook al doen.
Net als een enkele dierenverkoper op dat verder terecht fel bekritiseerde marktplaats.