“Er is een akkoord over het afschieten van ganzen waar de ganzen niet blij mee zijn,” kondigt Lara Rense aan.
Het akkoord is gesloten door provincies, natuur- en landschapsbeheerorganisaties, de Vogelbescherming en LTO.
Omdat je ganzen niet zélf naar hun mening kunt vragen (al kun je wel vermoeden hoe ze het vinden als hun partner wordt afgeknald) belt Lara Rense met Fred Wouters van de Vogelbescherming.
Die heeft het alleen over de positieve kanten van het akkoord.
Zoals: de erkenning dat Nederland ganzenland is en dat ze niet ‘s winters mogen worden afgeschoten.
Ook komt er een eind aan het jaarlijks doodschieten van 250.000 exemplaren.
Wat er wel gebeurt? Het aantal ganzen terugbrengen naar de stand van 2005.
Dat is 100.000 grauwe ganzen en een paar brandganzen (alle ‘exoten’ zullen dus het loodje leggen).
De reden voor het ‘terugbrengen’: ze veroorzaken schade aan boeren en er is geen geld (meer) om die schade te vergoeden.
“Helder!” zegt Lara Rense.
En laat mij achter met: waarom is er niet gekeken naar alternatieven voor doodschieten zoals door bv de Dierenbescherming voorgesteld.
En: ‘terugbrengen naar 100.000′ – hoeveel dieren moeten er dan dood?
Dat – lees ik in de Volkskrant – zijn er 350.000.
Daar zou ik als gans inderdaad niet blij mee zijn.
Als dierenliefhebster trouwens ook niet.