De lente begint pas echt wanneer de discussie over het rapen van de kievitseieren losbarst.
Gunnen we de Friezen hun pikante traditie of procederen we tot de hoogste instantie om dit achterlijke gebruik uit te roeien en onze bedreigde broedvogel te beschermen.
Vandaag gaat de discussie over: wie was de eerste vinder. Een Fries die z’n vondst meldde aan Marco Hoekstra van de Bond van Friese Vogelwachten die eerst half tien als tijd doorgaf want “mijn mobiele telefoon stond op wintertijd”. Opmerkelijk want volgens mij *is* het wintertijd. Maar de vinder zag het ei dus om half elf.
De echte eerste vinder was een Bunschoter die wél om half tien het ei ontwaarde maar geen mobieltje had zodat hij naar huis moest rennen om twintig minuten later de ontdekking aan Aad van Paassen van Landschapsbeheer Nederland te vertellen.
RTV Utrecht meldt, houdt Lucella Carasso hem in het Radio 1 Journaal voor, “dat het ei is opgegeten”. Er was twijfel over de versheid, zegt Van Paassen, toen hebben ze “de dooier bekeken” wat “betreurenswaardig” was.
“Maakt het wat uit wie het eerste ei heeft gevonden” gaat Lucella Carasso opgewekt verder. Nee hoor. Dus: “Bunschoten gefeliciteerd en Friesland misschien volgend jaar beter.”
Opgegeten? Ik beluister de reportage van RTV Utrecht. Slurrrrp doet een man.
“Niet uitzenden! Hier staan we niet achter!” roept iemand anders. Waarna een mede-eierzoeker omstandig uitlegt hoe smakelijk zo’n kievitseitje is. Op roggebrood.
Helaas: dierenmisbruikende gekken heb je nu eenmaal en zolang de Partij voor de Dieren niet aan de macht is blijft het roeien met machteloze riemen. Maar iets meer wat krijgen we nóu! had ik wel graag gehoord in de benadering door de presentator.