En nu doet Frits Spits het óók.
Hij noemt een aantal woorden voor dronkenschap (wat “Roelof van de Redactie” deze week ook al deed – maar dat terzijde) en sluit af met dat hij het daarbij laat want: “Ik ben niet zo van en we nemen er nog één.”
Ben ik nou gek?
Is ‘zijn ván’ er zomaar in geslopen als normaal Nederlands?
Net zoals enkele decennia geleden ‘dubbel zijn’?
Is dit weer zo’n voorbeeld van taal die zich nu eenmaal ontwikkelt?
Wat je moet accepteren?
Ben ik er over een jaar aan gewend?
Gebruik ik het dan – o, gruwel – misschien zelf óók?