De directeur van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging is aangehouden omdat hij in Friesland een lokfluit zou hebben gebruikt bij de ganzenjacht. Dat is daar verboden.
Dat, veronderstelt Mieke van der Weij, wist die directeur natuurlijk “donders goed”.
Maar, beweert jager en advocaat Robert Speijdel, de regeling is “ontzettend ingewikkeld” sterker: “uitermate complex”.
Peter de Bie heeft ergens gelezen dat het soms aan de ene kant van een sloot wel mag en aan de andere kant niet: “Daar word je gek van!”
Speijdel komt op stoom en verhaalt over inbrekers die in Nederland “betrekkelijk ongebreideld” hun gang kunnen gaan maar als je “een groene jas aan en *misschien* een geweer bij je” als jager in the middle of nowhere waarschijnlijk tot je lies in het water” staat – dan word je zelf “bejaagd door opsporingsinstanties en milieuclubs”.
“Je hebt de sympathie niet mee,” weet Peter de Bie, “maar van mij wel hoor!” want de eenden achter zijn huis zijn verdreven door nijlganzen.
Speijdel: “En de vos pakt weidevogels.”
“Daar zijn de meningen over verdeeld” waarschuwt Mieke van der Weij om over te gaan op de ganzen waarvan er “veel te veel” zouden zijn.
Elk jaar honderdduizend méér, zegt Speijdel wat mij wat overdreven lijkt, en ja, daar gaan we weer: “Het wachten is op de 1e Boeing die naar beneden komt door een gans.”
Peter de Bie: “En dan zetten wij in Nederland een paar types met een loden jas in en die worden dan weer bejaagd door de koddebeier uit de wijk, nou nou nou, het is wel een toestand, hoor.”
MvdW: “Pas op wat je zegt want er zijn mensen die dit heel erg vinden.”
En: “Ik vind het niet erg dat je die ganzen afschiet maar eet ze dan op.”
Wanneer wordt gezegd dat dit steeds meer gebeurt reageert Peter de Bie: “Ik heb het gevoel dat we zóveel vrienden maken vanochtend…”
Speijdel lacht.
Mieke van der Weij: “Nou ja goed, dat geeft… dat is dan zo.”